Na hun eerste ontmoeting laat Piet Van Haut Maarten Inghels niet meer los. De romanschrijver is gefascineerd door de charlatan die honderden levens lijkt te leiden en overal mee weg raakt. De vraag die menig gerechtspsychiater zich al stelde dringt zich op: is deze mythomaan een zwakbegaafde, dan wel een geslepen psychopaat — is hij een gek of een genie, een monster of een mirakel?
Aangetrokken tot dit grootse personage – een droom voor iedere schrijver – beseft hij gaandeweg dat ook hij niet immuun is voor de verlokkingen van de misdadiger. Door zijn eigen hebzucht naar een spannend verhaal wordt de auteur meegesleurd in het web van fictie en grootheidswaan dat Van Haut zo meesterlijk kan weven. Inghels zoekt naar de man achter de maskers, de kern van waarheid achter de leugens. Maar hoe langer hij hem probeert vast te houden, hoe meer hij naar zeepbellen grijpt die in zijn gezicht uit elkaar spatten.
Het mirakel van België is het spannende, metafictionele verhaal van een man voor wie het leven een groot theater is en de auteur die meer dan een toeschouwer wil zijn. Een wonderlijk en crimineel haasje-over van feit en fictie.