Na de zelfgekozen dood van Luiken, op 10 mei 2004, zijn er allerlei plannen gesmeed om een derde Sterfboek uit te brengen. Maar steeds kwam het er niet van, wat te begrijpen is met zo'n onaantrekkelijke titel. Twintig jaar later is er niettemin een vervolg gekomen: een deel 3, dat toch ook weer op zichzelf staat.
Er is veel geschreven over Hermans als een klagende, cynische man, die de wereld alleen kon beschouwen van zijn meest misantropische kant. Ongetwijfeld had Hermans dat ook allemaal in zich, maar in deze bundel komt vooral zijn meer humoristische en speelse natuur naar voren. In het hier voor het eerst gepubliceerde interview met Theo van Gogh is Hermans op dreef waar het erom gaat zijn teleurstelling over het vaderland te verbinden aan het komische. Zo erkent hij eindelijk een groot en bewonderend publiek te hebben, maar voegt daaraan toe: 'Dat zijn mensen die Paul de Leeuw ook goed vinden.' Arnon Grunberg nam de gelegenheid te baat om zijn wereldbeeld met dat van Hermans te vergelijken en hij komt tot de conclusie dat 'de schrijver niets anders kan zijn dan een doorhaling'.
Willem Frederik Hermans (1921-1995) mag dan gestorven zijn, zijn werk en zijn persoonlijkheid houden de gemoederen nog altijd bezig. Maar zoals bij alle dode schrijvers heeft zijn intellectuele nalatenschap af en toe een onderhoudsbeurt nodig, om de belangstelling voor wat hij schreef en wie hij was, levend te houden. Wij hopen dat deze bundel uitstraalt dat wij echt zin hadden in de kunst van het motoronderhoud.