Wanneer monsieur Charles C.M. Carlier, alias de Schaduw, bij zijn goede vriend Jean d?Aubry thuis een ontmoeting heeft met een zekere Schwoppeke Uijenkruijer, kan hij niet bevroeden dat diezelfde dag nog twee moorden zullen worden gepleegd. Twee moorden die met elkaar te maken hebben, zo blijkt algauw, maar waarvan niet duidelijk is wat het verband is met het dagboek dat Schwoppekes oom bijhield en dat na de moord verdwenen is. Of met de in 1943 genomen foto die Schwoppeke de ochtend van zijn moord ontving van een mysterieuze jonge Nederlandse vrouw.