Leef je eigen leven. Het is de lijfspreuk van veel mensen, maar voor Anna Portier ligt het anders. Na de vroege dood van haar geliefde kan haar eigen leven haar gestolen worden. Nabestaan is geen bestaan. Ze wil het liefst verdwijnen. Als ghostwriter besluit ze op te gaan in het leven van een ander. Twintig jaar later, op haar sterfbed in haar ouderlijk huis, krijgt ze toch de drang tevoorschijn te komen. Ze wil niet spoorloos verdwijnen zoals hun vader vroeger uit hun leven verdween. Terwijl haar broer Victor, die in de VS woont, naar haar toe reist, trekken jeugdherinneringen aan hem voorbij. Is hij op tijd?
In korte zinnen met veel zeggingskracht schrijft Judith Maassen over waarom een schildpad geen goede hond is, over het genot van gaten boren, over leven met rouw en over het sterven van je eigen, hoogstpersoonlijke dood.