Een maand na het oplossen van de Zetterborg-zaak wordt Jessica Niemi op betaald verlof gestuurd. Ze reist af naar een eiland in de Åland-archipel om wat rust te pakken. Daar arriveert ook een groep oudere mensen, die de overgebleven leden van de Doves blijken te zijn, een groep die tijdens de Tweede Wereldoorlog van Finland naar Zweden moest vluchten en uiteindelijk in een weeshuis op het eiland terechtkwamen.
Op een avond hoort Jessica een lokale legende over een weesmeisje. Elke nacht trok zij haar blauwe jas aan en stond ze op de pier, wachtend op iets wat nooit kwam opdagen. Op een nacht verdween ze en werd nooit meer teruggevonden.
De nacht nadat Jessica dit verhaal hoort, sterft een van de overgebleven Doves...
Jessica ontdekt dat al twee andere mensen eerder hetzelfde lot ondergingen, en alle drie lijken ze iets te maken te hebben met het meisje in de blauwe jas. Dan escaleren de gebeurtenissen: is er sprake van een geest? Of is er een moordenaar actief?
Terwijl ze worstelt met haar eigen trauma’s staat Jessica Niemi opnieuw voor een angstaanjagend mysterie.