’s Avonds tijdens het afwassen zingen de zusjes meestal tweestemmig om aan de gespannen sfeer in huis te ontsnappen. Of ze kletsen over de toekomst. Terwijl vader na het eten onderuitgezakt in de leunstoel hangt, zoent moeder met de bovenbuurman in het trap penhuis. Sinds er voor het balkon een net is gespannen om te verhinderen dat de duiven alles onder poepen, kijken de familieleden niet meer door het raam naar buiten. Er is een duif in het net verstrikt geraakt. Aan de eettafel kun je dagenlang het klapwieken horen, voordat de duif het loodje legt.
In tien delen vertelt Chaja Polak over mensen die zich op een kantelpunt in hun leven bevinden. Wachtende, eenzame vrouwen, gesloten mannen, kinderen die in hun fantasie proberen te ontsnappen.
Net als in haar alom geroemde Brief in de nacht (ver)oordeelt Polak niet, maar laat met begrip en empathie zien wat mensen bezighoudt en voortdrijft. Door haar precieze en sprekende details leren wij de ander van binnenuit kennen en daardoor iets beter te begrijpen.