Op de tafel van de literaire fijnproever mag Dante's HET NIEUWE LEVEN (Vita Nuova) niet ontbreken. Dit ongewone boek, dat omstreeks 1293 werd geschreven, bestaat uit dertig prachtige gedichten die door commentaren met elkaar zijn verbonden. Het boek is een schitterende getuigenis van Dante's liefde voor Beatrice, 'de glorierijke vrouwe van mijn geest'.
In de bijna religieuze vervoering waarmee Dante zich aan zijn geliefde overgeeft, ligt het mystieke karakter van zijn dichterschap besloten. In het laatste hoofdstuk zegt hij over Beatrice: 'Eens hoop ik dingen over haar te zeggen die nog nooit over een vrouw gezegd zijn'. Daarmee is de nauwe band aangegeven die er bestaat tussen HET NIEUWE LEVEN en 'De goddelijke komedie'.