Er is code rood afgekondigd: de laatste dag van februari zal stervenskoud worden. Toch wordt een grote stad overspoeld door toeristen met Peruaanse mutsen en lieden op deelstepjes die op weg zijn naar wat het grootste feest van het jaar belooft te zullen zijn.
Het objectief beschrijft vierentwintig uur uit het leven van vier dolende dertigers: Alexia, vertaalster van weerbarstige poëzie, David, een gefnuikte fotograaf op zoek naar de grote liefde, en zijn vrienden Brecht en Reaux. Als ijsschotsen botsen hun levens die ene dag tegen elkaar, terwijl zijzelf laveren tussen idealen en cynisme, tijdelijke woningen en toekomstloze baantjes, een hotpotrestaurant en een betonnen imitatiekerk, tegen de achtergrond van een stad die allang niet meer van hen is.