Sinds mensenheugenis proberen wetenschappers patronen te ontdekken en te beschrijven. In de vorm van wetten, principes of paradoxen geven ze ons inzicht in hoe dingen werken. Sommige van deze wetten leren we op school, maar heel veel patronen die je als mens zou moeten herkennen om je leven goed te leiden, je werk optimaal te doen, je bedrijf succesvol te runnen of beleid te maken dat aanslaat gaan aan de meeste mensen voorbij. De wijsheid ligt ook niet voor het oprapen. 'Het omgekeerde is óók waar' beschrijft 81 ideeën in de vorm van wetenschappelijke theorieën met bekende naamgevers. Een gemengd gezelschap van denkers passeert de revue: Alexander de Grote, Fibonacci, Erwin Schrödinger, Donella Meadows, Immanuel Kant, Hannah Arendt, Alan Turing, Montesquieu en Ludwig Wittgenstein, om er maar een paar te noemen. In 81 korte stukken lees je over een principe dat vaak een verrassend inzicht geeft en zo je kijk op het leven doet kantelen. Het heeft Ebel Kemeling zo’n veertig jaar zoeken en lezen gekost om deze waaier aan ideeën bij elkaar te brengen. Hij is niet gestructureerd te werk gegaan, wat past bij zijn achtergrond als man van twaalf ambachten: filosoof, strategieadviseur, ondernemer in de energietransitie, schoolbestuurder, toezichthouder, columnist, filmfinancier en strandtenthouder.