Zelden heeft iemand zo de tijd waarin hij leefde weerspiegeld als Martien Beversluis. Met alle woelingen van de eerste helft van de vorige eeuw bewoog hij mee, deels uit overtuiging, deels uit opportunisme, vooral omdat hij was die hij was. Hij was achtereenvolgens dichter van natuurpoëzie, literair medewerker van de VARA, lid van de SDAP, communist; tot hij in 1941 lid werd van de NSB en door de nazi's werd benoemd als burgemeester van Veere en Vrouwenpolder. Na de oorlog was zijn rol uitgespeeld en wendde hij zich tot de antroposofie en schreef hij dramatische teksten. Zijn rol was uitgespeeld.
Wat beweegt iemand om zijn jas te keren naar de wind die waait, om zich welhaast uit principe principeloos door het leven te manoeuvreren? In deze schitterende biografie brengt Lo van Driel ons dicht bij een antwoord, en houdt hij ons een spiegel voor. Hij levert daarmee een bijdrage aan een bijzondere periode in de Nederlandse cultuurgeschiedenis.
De pers over Duitse passages en Duitse passanten:
'De inhoud van zijn boeken is verrassend. Met grote kennis van zaken en gevoel voor veelzeggend detail schrijft hij over onze oosterburen.' PZC
'Een mooi kijkje in de Duitse cultuurgeschiedenis.' NRC
'Aantrekkelijk van opzet (..) grote kennis van zaken.' G-Geschiedenis