Na haar vaders dood kan haar moeder niet meer voor Tomoko zorgen en wordt ze voor een jaar naar haar oom en tante gestuurd. Het is 1972, Tomoko is twaalf jaar en kijkt haar ogen uit: het huis waarin ze terechtkomt is een oude dierentuin. Haar nicht Mina maakt haar wegwijs en vertelt haar verhalen over de eigenzinnige inwoners. Tomoko’s oom is de vrolijke eigenaar van een fabriek die de radiumhoudende frisdrank Fressy maakt, oma Rosa heeft een vreemd, Europees accent, en de huishoudhulpen meneer Kobayashi en mevrouw Yoneda vormen een excentriek duo. En dan is er nog Mina’s beste vriend: Pochiko het dwergnijlpaard.
Maar als het jaar vordert, ontdekt Tomoko ook een schaduwkant. Waarom zit het tapijt vol schroeiplekken van sigaretten? Waarom is oom zo vaak en lang van huis? Waarom vertelt oma Rosa niet over haar Duitse verleden? En waarom ziet Mina zo bleek? Zonder dat ze er erg in heeft, dringt een subtiele, maar moeilijk te beantwoorden vraag zich op: wat is haar eigen rol in dit huishouden?
Gespeend van vals sentiment beschrijft Yoko Ogawa het Japanse leven in de jaren zeventig. Het onvergetelijke jaar van Tomoko is een prachtige roman over alle losse identiteiten binnen een grote familie.