In het boek Het onwaarschijnlijkheidsprincipe laat statisticus David Hand zien dat buitengewoon zeldzame gebeurtenissen vaak allesbehalve zeldzaam zijn. Integendeel, ze zijn heel alledaags. Statistisch gezien zouden we allemaal minstens één keer per maand een wonder moeten meemaken. David Hand is een meester in het toegankelijk maken van statistiek en kansberekening. Hij laat de lezer kennismaken met het onwaarschijnlijkheidsprincipe, dat verklaart waarom we in het buitenland een bekende tegen het lijf kunnen lopen of op een dag vier keer hetzelfde ongebruikelijke woord tegenkomen, maar ook hoe het mogelijk is dat iemand twee keer de loterij wint of meermalen door de bliksem wordt getroffen en nog steeds leeft.