Net als in Over het doppen van bonen vormt in Mysliwski’s nieuwste roman een ontmoeting tussen twee mannen de aanleiding tot een intrigerende vertelling. Op de steile stenen trap van Het Oog van de Naald, een smalle doorgang van het middeleeuwse stadje naar de groene vallei, komt een man zijn oudere ik tegen. Beiden wachten (al hun hele leven?) op een meisje. Wie is zij? In deze meesterlijk gecomponeerde roman worden herinneringen opgehaald aan een kindertijd tijdens de oorlog en een jeugd tijdens het communisme, verweven met gedachten over de bereikte ouderdom. Tegelijk is het een roman over de liefde – volgens de schrijver de hoogste staat van wijsheid die de mens kan bereiken, onafhankelijk van leeftijd. Ook deze roman is weer prachtig vertaald door Karol Lesman, laureaat van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs.