Eerder verschenen als De bekentenissen van Petrus.
Wanneer er bij opgravingen in Leiden een spectaculair Romeins viziermasker wordt gevonden, ontstaan er hardnekkige geruchten dat er die dag ook iets anders is aangetroffen. Iets wat angstvallig verborgen moet worden gehouden, omdat de vondst een nieuw licht zou kunnen werpen op de geschiedenis zoals wij die kennen – en bovendien de katholieke kerk op haar grondvesten zou kunnen doen schudden. Peter de Haan, archeoloog aan de Universiteit Leiden, en geschiedenisstudente Judith Cherev raken toevallig bij de zaak betrokken als ze een eeuwenoud document op het spoor komen. Er blijken veel kapers op de kust te zijn. Sommige zaken kunnen inderdaad maar beter begraven blijven…