Op een morgen wordt Josef K. "zonder dat hij iets kwaads had gedaan" gearresteerd. Dat is het begin van een vreemde, ellendige procesgang waar zelfs een gedisciplineerd en evenwichtig procuratiehouder als Josef K. aan ten onder moet gaan. K. wordt ondergedompeld in een vreemde wereld: armoedige griffieburelen in afgelegen buitenwijken, grote, onverlichte ruimten waarin plotseling advocaten, rechters van instructie, aalmoezeniers en hoeren opduiken, brutale ranselaars in gewelven, in keurige bewoordingen gevatte chicanes: het is de wereld van Kafka bij uitstek die hij in dit boek heeft vastgelegd en die zelfs buiten zijn boeken om zijn naam is gaan dragen.