"Bleek ik toch al die jaren een opa te hebben. Eentje. Maar daar kwam ik pas achter op de dag dat hij doodging." Waarom heeft niemand Ole ooit verteld dat hij nog een opa had? En waarom krijgt hij nu alleen maar te horen dat het een vreselijke man was? Voor Ole komt het verleden tot leven als hij met zijn vader terugkeert naar opa’s huis in de bossen van Brabant, vlak bij de grens met België. Daar woedde in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een hevige strijd tussen botersmokkelaars en commiezen. Langzaam maar zeker ontdekt Ole waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten.