Het is vakantie en Willem verveelt zich. Gelukkig komt zijn vader met een goed idee: ze gaan een bezoek brengen aan Madame Tussaud. Dat is een museum in Amsterdam waar ze beelden hebben van allemaal beroemde mensen. De dag loopt wel heel anders dan ze hadden gedacht. Vader wordt in het museum door drie agenten bij z'n kraag gegrepen en moet meekomen. Willem gaat de man met het rode koffertje achterna. Lopen, rennen, met de tram; hij heeft er alles voor over om de man niet uit het oog te verliezen. Waarom al die moeite? Wat heeft het rode koffertje daarmee te maken?