Dit indrukwekkende boek maakt komaf met de mythe dat de Belgische socialisten altijd belgicistisch zijn geweest
Na de onenigheid tussen sp.a en PS over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde sprak men over een breuk met het verleden.
De socialisten werden immers lange tijd geacht immuun te zijn voor communautaire spanningen.
Maarten Van Ginderachter toont aan dat er reeds voor WOI een sterke regionalistische onderstroming was bij Vlaamse én Franstalige socialisten.
Nationale identiteit. In een land als België is het een heikel onderwerp. Voelen wij ons in de eerste plaats Vlamingen of Belgen? En hoe was dat bij onze voorouders? In het maatschappelijke debat over onze natievorming wordt vaak uitgegaan van premissen die niet zijn bewezen. Ook over de rol van de socialisten.
Dit boek kijkt daarom verder dan de slogans en de mythen. Het neemt als test case de Belgische Werkliedenpartij (BWP) in de periode voor de Eerste Wereldoorlog. De BWP wordt nu eens ‘internationalistisch’ genoemd, dan weer belgicistisch. De sterke Vlaamse gerichtheid van de huidige sp.a, zo wordt dan gesuggereerd, is vooral een keuze van de jongere generaties socialisten.
Maarten Van Ginderachter legt een vergeten geschiedenis bloot. De vaderlandsloos geachte socialisten, zo blijkt, hadden voor de Eerste Wereldoorlog al af te rekenen met meer communautaire onenigheid dan ze bereid waren toe te geven. Niet alleen zorgde de taalkwestie voor spanningen, maar Vlamingen en Franstaligen bleken zich ook nog eens te identificeren met andere vaderlanden: de Franstaligen met België, de Vlamingen met Vlaanderen...