Nelli Cooman kroonde zich in 1986 tot snelste vrouw ter wereld, door het wereldrecord op de 60 meter aan te scherpen tot 7,00 seconden. Bijna dertig jaar na die opzienbarende prestatie klopt haar dochter Ronéll Rosier aan bij Henk Kraaijenhof, de voormalige trainer van Nelli, met een speciaal verzoek: ze wil onderzoeken of ze net zo succesvol kan worden op de sprint als haar moeder was.
André van Kats volgde de bijzondere missie van Ronéll Rosier, Henk Kraaijenhof en Nelli Cooman bijna drie jaar lang op de voet en beleefde van nabij de eerste prille stappen die de sprintster zette om in de voetsporen te kunnen treden van haar beroemde moeder. Dit boek biedt een blik achter de schermen bij de opmars van een toptalent, schetst de dure lessen uit de rijke carrière van haar moeder en geeft een inkijkje in Henks unieke trainingsmethodes. Bovenal is het een verhaal over de onvoorwaardelijke liefde tussen moeder en dochter, een eigenzinnige sprinttrainer die door beiden als een familielid werd omarmd en het gezamenlijke geloof om tegen de stroom in succes te boeken in een wereldsport. Het sprintexperiment gaat over het geluk van goede genen, de druk van grote doelen en de maakbaarheid van een sportcarrière én het leven zelf.