Als Merijn de Boer in 2011 een advertentie leest waarin een reis naar Suriname wordt aangeboden, reageert hij meteen. De reis is bedoeld om meer bekendheid te creëren voor leven en werk van de Surinaamse schrijver Albert Helman. De meeste andere deelnemers hebben nog nooit van Helman gehoord en zijn ook niet van plan daar iets aan te veranderen, maar ze willen wel graag gratis op vakantie naar Suriname.
De reis gaat van Paramaribo over de rivier tot diep in de binnenlanden. Sommige groepsgenoten zijn enigszins apart, zoals de professor en operaliefhebber André, de overspannen vader Julius en het echtpaar Tonnie en Sjors, dat zichzelf als avonturiers ziet.
Het Surinamedagboek beschrijft een wekenlange expeditie in het kielzog van een vergeten schrijver. Het is een boeiend en uitermate vermakelijk verslag van een groepsreis met alle ongemakken die daarbij horen. Tegelijk is het een onvergetelijk liefdesverhaal en een ode aan de schoonheid van het Surinaamse binnenland.