Kaat heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Dat betekent dat je taal moeilijk vindt. Het begrijpen van wat andere mensen zeggen is lastig, maar ook zelf dingen vertellen is moeilijk. Kaat weet nog niet dat zij een taalontwikkelingsstoornis heeft. Daarom denkt ze dat ze een monster in haar hoofd heeft, een Taalmonster. Dat monster maakt een rotzooi van alle taal in haar hoofd. In dit boek lees je hoe het leven voor Kaat is, met dat monster in haar hoofd. Ook lees je hoe Kaat uiteindelijk door veel mensen geholpen wordt om samen met het monster minder in de war te raken van taal. Dit prentenboek is in de eerste plaats geschreven voor kinderen met TOS vanaf zes jaar. Het boek maakt het mogelijk om over de symptomen en gevolgen van TOS te praten met een ouder en/of begeleider. De begeleider kan een logopedist, maar ook een ambulant begeleider of leerkracht zijn. In de tweede plaats wil dit boek er graag zijn om deze stoornis bekender te maken in de omgeving van een kind met TOS, waardoor deze begripvoller kan reageren op de problematiek. TOS is een nog relatief onbekende ontwikkelingsstoornis, in tegenstelling tot bijvoorbeeld ADHD of dyslexie, maar in elke schoolklas zitten ook gemiddeld een of twee leerlingen met TOS. Het komt dus vaker voor dan je denkt.