Het tegenwindschip, waarmee je tegen de wind in kunt zeilen, was de dierbaarste uitvinding van Bernhard Schmidt, die in deze roman over zijn leven vertelt en anderen jaren later op hem laat terugkijken. Tegenwind ondervond Schmidt genoeg. De Est met de Duitse naam was weliswaar de uitvinder van een revolutionaire spiegeltelescoop, maar hij was ook een man die bijna zijn hele leven een hand moest missen, een buitenstaander en een autodidact, die door de buitenwacht vooral als een soort tovenaar werd gezien.
We zien Schmidt zijn hand verliezen op het eiland van zijn jeugd en we zien hem zijn grote liefde ontdekken. Schmidts leven speelt zich af tijdens de nadagen van tsaristisch Rusland en onder de Weimarrepubliek, maar het is uiteindelijk de tegenwind van de nazi’s die hem tot waanzin zal drijven. In Het tegenwindschip is Jaan Kross wederom onvermoeibaar op zoek naar wat mensen drijft en hoe ze zich handhaven in de marge van de grote geschiedenis.
Jaan Kross (1920-2007) startte zijn literaire carrière in de jaren vijftig na zijn terugkeer uit Siberië, waar hij acht jaar gedwongen woonde. Na zijn ballingschap specialiseerde hij zich in het genre van de historische roman. Kross wordt algemeen gezien als de grootste Estische schrijver van de twintigste eeuw.
Over Tussen drie plagen:
‘Een daverend boek, meeslepend zonder ooit te emotioneel te worden.’
Trouw
‘Dit lijvige boek leest als een trein, biedt universele waarheden over collaboratie, verzet en conformisme, schittert in zijn rijke taal en beschrijvingen, openbaart de menselijke psyche in al zijn geledingen en vertelt ook nog eens een ontroerend, waargebeurd verhaal.’
NRC Handelsblad •••••
‘Bomvol intriges en avonturen, maar ook een onvergetelijk psychologisch portret in een prachtige rijke taal.’