Marx en een aan lager wal geraakte monnik. Jakob is een televisieman
die op een zolderkamertje in Parijs woont, Uli een
alternatieveling die zich van de materialistische maatschappij
heeft afgekeerd. Linda, hun zus, is de drijvende kracht in het
gezin. Sinds hun vader zijn testament toevertrouwde aan een
gehate advocaat en zich laat verzorgen door een vrouw die
zij aanduiden als de ‘Hongaarse hoer’, hebben de kinderen
haast geen contact meer met hem. Nu is vader dood en zitten
ze allemaal om hem heen. De onderlinge spanningen blijken
gaandeweg om veel meer te gaan dan de erfenis alleen.
Karl-Heinz Ott schreef een herkenbare familieroman over
wat een gezin bij elkaar houdt, en wat hen uit elkaar drijft.
Op briljante en humoristische wijze doet de schrijver ons
reikhalzend uitkijken naar de ontknoping. Wie zal wat erven?
En welke verrassingen houdt vader nog achter de hand?