Het vierde boek over de sterke, onafhankelijke verloskundige Hulda Gold, die blijft vechten voor een beter leven voor vrouwen
Berlijn, 1925. Hulda Gold leidt nu de kraamkliniek in het hart van Berlijn. Ze moet vechten om zich staande te houden tussen alle mannelijke collega’s en om ervoor te zorgen dat de vrouwen gehoord worden. Ze vertrouwt alleen de jonge arts Johann Wenckow, en langzaam ontstaat er een innige band tussen hen. Maar Johann komt uit een welgestelde familie en zijn ouders zijn niet blij dat het oog van hun veelbelovende zoon op de koppige en onafhankelijke Hulda is gevallen. Hulda voelt zich erg verscheurd tussen de twee zo tegengestelde werelden: het rijke stadsdeel Frohnau lijkt in niets op het volkse Schöneberg, waar zij vandaan komt. En al snel komt ze tot de ontdekking dat ze voor de belangrijkste beslissing van haar leven zal komen te staan.
In de pers
‘Een voortreffelijke historische roman.’ Nederlands Dagblad