Op een mooie zomerdag, honderd jaar geleden, ving een nietsvermoedende schooljongen in Friesland een exemplaar van de uitgestorven gewaande grote vuurvlinder. De vondst was voor vlinderkenners en natuurbeschermers in Nederland en ver daarbuiten een sensatie.
Terwijl handelaren jacht maakten op exemplaren van het extreem zeldzame en waardevolle dier, vormde de jonge natuurbeweging samen met Friezen een kordon rond de vlinder, en om het bedreigde veenlandschap, het laatste bastion van de oranjerode schoonheid. Voor het eerst in de geschiedenis werd een vlinder de inzet van een strijd voor natuurbehoud, een strijd tegen uitsterving, die tot op de dag van vandaag doorgaat.
De ontdekking van de vlinder kwam maar net op tijd, concludeert Caspar Janssen in deze reconstructie van de ontdekking en van wat er volgde. Zijn zoektocht voert door het Friese en Overijsselse veen, langs bevlogen vlinderkenners, archieven en verborgen vlinderkasten. Daarbij stuit hij op illustere helden en, uiteindelijk, op de eerste, bewaard gebleven, opgeprikte vlinders.
Caspar Janssen (1962) is natuurjournalist. Eerder schreef hij: Ontpopt; stedeling ontdekt natuur (2012). In oktober 2015 verschijnt van zijn hand In de ban van het beest, een bundeling van zijn dierenportretten uit de Volkskrant.
natuur, veenlandschap, dieren, natuurverhalen, dierenverhalen, weetjes, natuurhistorie, cultuurhistorie, vlinders, dagvlinders, insecten, mens en natuur, nostalgie, Friesland, Overijssel