De kleine jongen Krol ligt vol verwachting in zijn bed op spoken te wachten, want die wil hij wel eens zien. Wat hij niet kan vermoeden is dat er niet één spook, maar een heel leger monsters naar hem op weg is: een beest dat lijkt op een hond, monsters met knoken en monsters met graten en een skelet met veel haar op zijn kont. De schrik zit er goed in, maar Slimme Krol krijgt een briljante ingeving. Met één simpele daad weet hij al dat vreselijks te verjagen.