Ze gaan op zoek naar wat ze kwijt zijn.
In het donker klampen ze zich aan mekaar vast tot ook dat niet meer helpt.
Wat is toch dat geheimzinnige ding dat ze maar niet vinden?
Als dat maar goed afloopt!
'Het was niet te groot en niet te klein.
Zeer geschikt voor allerlei doelen.
Goed om te hebben, moeilijk te vinden.
Ai ai ai!'
'Misschien zweeft het! Dan moeten we ook in de lucht kijken!'