Als jongen was Daniel Rooke al een buitenbeentje. Op school probeerde hij zijn intelligentie te verbergen voor zijn wrede klasgenoten. Door de financiële hulp van een mecenas kan hij studeren en officier worden bij de Britse vloot. In 1787 verlaat de vloot Groot-Brittannië en zet koers naar Australië met een van de eerste ladingen gevangenen die de nieuwe koloniemoeten gaan bevolken. Daar aangekomen slaat Rooke op een afgelegen plek zijn kamp op en bouwt een eenvoudig observatorium. Enkele Aboriginals komen een kijkje nemen. Met een van hen, het meisje Tarunga, sluit hij vriendschap en ze proberen elkaars taal te leren. Maar aan de lessen en hun vriendschap komt een einde als Rooke een bevel krijgt dat zijn leven voor altijd zal veranderen.
Het verre paradijs is het verhaal van een man die onder extreme omstandigheden zijn eigen identiteit ontdekt.
Deze kaft zou mij normaliter niet zo trekken, maar ik kreeg het boek van mijn schoonmoeder en de tekst op de achterkant van het boek trok me wel aan. Het is een heel mooi boek , zeker geen standaard romannetje. Het verhaal wordt mooi en levendig beschreven alsof je je zelf in India waant. De personages zijn goed uitgediept waardoor je je goed in kunt leven . Op het einde duurt de oorlogsbeschrijving mij wat te lang maar voor de rest echt een aanrader!