Denker des Vaderlands René ten Bos ontwikkelt op eigenzinnige wijze een nieuwe visie op de tegenstelling tussen volk en elite.
In Plato's beroemde allegorie van de grot wordt het volk door de ontwikkelde mens aangespoord om de grot te verlaten en naar buiten te treden om zichzelf te verlichten. Ten Bos denkt echter dat het volk er helemaal geen behoefte aan heeft om de grot te verlaten, en stelt dat het klassieke ideaal van de paideia (het ontwikkelen van de mensen die we nu 'het volk' noemen) altijd al hopeloos is geweest. Want de elite kan wel vinden dat het volk uit de grot moet komen om zijn geest te ontwikkelen, maar het is de vraag of het aanbod van de verlichte geest wel aantrekkelijk genoeg is. Is het niet te abstract of te intellectualistisch? Willen we begrijpen wat het volk is en wat het wil, dan hebben we volgens Ten Bos een radicale speleologie nodig. We moeten ons verdiepen in de grotbewoners, wat niet wil zeggen dat we moeten worden zoals zij. De analyse in Het volk in de grot leidt naar een duiding van de kloof tussen wetenschap en maatschappij. Uiteindelijk gaat het Ten Bos om de vraag in hoeverre wetenschap bevrijdend kan zijn.