Het is vlak na de oorlog, het begin van de wederopbouw. Gerrit en Ank hebben elkaar net leren kennen en schrijven elkaar op ritselend lichtblauw luchtpostpapier. Het voorbeeld van hun liefde neemt de lezer mee in de caleidoscoop aan gevoelens, herinneringen en gedachtes die worden opgeroepen bij het lezen van de honderden brieven tussen twee amper twintigjarigen, die later de ouders van de schrijver zullen worden. Brieven geschreven tussen 1948 en eind 1950, vanaf een schip op de Stille Oceaan, vanuit een kazerne in de tropen. Vanuit een gebombardeerd Rotterdam, vanaf de tafel van een idealistische studente aan de sociale academie.
De verteller maakt er zijn eigen verhaal van en richt zich tot zijn dochter van drieëntwintig, om haar te laten zien waar hij, en dus ook zij, vandaan komt.
Het voorbeeld van hun liefde is een universeel verhaal over hoe we gevormd worden door de omstandigheden, door onze ouders en hun karakters en denkbeelden. Tegelijk is het een hartstochtelijk pleidooi voor lezen en schrijven als innerlijke krachtbron, en als een subtiel instrument om op afstand intiem aanwezig te zijn.