1798. Napoleon heeft Caïro veroverd. In zijn gevolg bevinden zich kunstenaars en wetenschappers, die de geheimen van het vreemde land moeten doorgronden. Onder hen bevindt zich de jonge tekenaar Bastien Topart. Als deze met een escorte op een woestijntempel stuit, zijn ze getuige van een gruwelijke ceremonie: op een altaar willen mannen die gekleed zijn als kruisridders een jonge vrouw offeren. Slechts ternauwernood lukt het de Fransen de ridders te verslaan en de geheimzinnige vrouw, genaamd Ourida, te redden.
In de strijd maakt Bastiens oom een mysterieus zwaard buit. Het ziet eruit of het in het Oosten gemaakts is, maar draagt toch tekenen van het avondland, want op het gevest zijn kruisen gegraveerd. Wat verbergt er zich achter deze symbolen?
De Fransen nemen Ourida mee naar Caïro, waar het gevaar in alle hoeken schuilt: vage gestalten sluipen om het huis, en er wordt een moord gepleegd. Maar bovenal wordt Bastien door heftige dromen geplaagd waarin hij een middeleeuwse ridder is die tegen een overmacht van Arabieren strijdt. In al deze dromen speelt één machtige relikwie, het Ware Kruis, een belangrijke rol. Dan wordt Bastien duidelijk dat hij door een geheimzinnige band uit het verleden met de gebeurtenissen in de tempel is verbonden...