Waar zijn we eigenlijk naar op zoek wanneer we, bewapend met onze camera en reisgids, de wereld intrekken? Wat zegt het moderne toerisme over de manier waarop we in de wereld zijn? De hedendaagse pelgrimage naar de laatste 'authentieke plekjes', waarvan we met trots beweren dat 'er geen toeristen komen', verraadt dat we iets zoeken wat we in ons eigen alledaagse leven zijn kwijtgeraakt. Maar levert het reizen ons werkelijk nieuwe ervaringen op en gaat er een vormende werking vanuit, zoals Goethe verlangde? Of kunnen we maar moeilijk toegeven dat het, zoals Seneca meende, een vlucht uit onszelf is? Ruud Welten vraagt zich in dit boek af wie hij is wanneer hij eropuit trekt. Een stoet aan filosofische reisgidsen, van Rousseau tot Stendhal, van Montaigne tot Sartre en van Goethe tot Zygmunt Bauman, vergezelt hem daarbij.