Iris, een dromerig meisje van achttien met indiaans bloed, raakt in diepe trance als ze moet zien te overleven in een sneeuwgrot. Ze verlaat haar lichaam en ontmoet een sjamaan, een wolf en Bokke, het kleine mannetje. Ze leert de taal van de Lakota-indianen, ervaart de ontberingen van haar voorouders en ontdekt hoe haar overgrootvader, een Oglala Lakota, is gesneuveld in de Tweede Wereldoorlog. Gaandeweg blijkt hoe haar leven is voorbestemd. Haar buitenlichamelijke ervaringen wijzen haar de weg voor de rest van haar leven.
Spannend, mysterieus, spiritueel...