Beer kan het bijna niet geloven: door een stom ongeluk is hij van het ene op het andere moment blind. Niets kan hij meer zien en dat maakt de wereld opeens heel anders. Het lijkt wel of hij alles opnieuw moet leren. Het lijkt hem vreselijk om de rest van zijn leven afhankelijk te zijn van andere mensen. Maar Berend merkt dat hij toch op zichzelf kan vertrouwen. En ook al kan hij met zijn ogen niet meer zien, zijn oren vertellen hem precies wat er gebeurt.
Dit boek werd bekroond met de Gouden Griffel