Dit boek is voorbereid door Konsalik en na zijn dood afgerond door de auteur Susanne Scheibler.
Jekaterinenburg, zomer 1998. De oude Loekan Petrovitsj Bakoenin probeert zijn enige waardevolle familie erfstuk, een antiek gouden kruis, te verkopen om de dansopleiding van zijn kleindochter Nina te bekostigen. Hiermee zet hij een wervelwind van dramatische gebeurtenissen in beweging, waarvan de oorsprong in de zestiende eeuw is terug te vinden. Toen streden krijgslustige Tartaren en Kozakken in de weidse steppen van Siberië om de macht. Toen kreeg de jonge Tartarenvrouw Dairan het heilige borstkruis van een stervende orthodoxe monnik. Daarna wordt het relikwie steeds overgeërfd door ander moedige jonge vrouwen, wier levensgeluk genadeloos ondergeschikt raakt aan de turbulente politieke ontwikkelingen. Van de soldatendochter Tanja en de lijfeigene Kira tot de laatste tsarendochter Maria Nikolajevna, die gruwelijk werd vermoord.