De jongen beseft dat zijn leven nooit zo zal zijn als dat van zijn vader.
«Roman over een jongen wiens vader een ongeneeslijke hartziekte heeft. De paragrafen met als titel 'Het Winterjaar' gaan over episodes uit het laatste jaar voor zijn dood. Deze worden constant afgewisseld door paragrafen getiteld 'Een Winterdag', die verhalen over de dag, drie jaar eerder, dat de ik-figuur het onafwendbare lot van zijn vader verneemt. De man beheerst door zijn ziekte het hele gezinsleven. Vooral de jongen lijdt hieronder. Hij houdt zielsveel van zijn vader en heeft een hekel aan zijn moeder, die hem streng katholiek wil opvoeden. De roman sluit thematisch nauw aan bij sommig werk van Wolkers en 't Hart, met als verschil dat de betekenis van de vader- en moederfiguur omgekeerd zijn en niet het Calvinisme maar het katholicisme een stempel op de opvoeding van de hoofdpersoon drukt. Dit boek toont aan dat Van Reen (1941) een groter lezerspubliek verdient. Hij schrijft prachtige, zeer ontroerende boeken, die niet onderdoen voor het werk van bekendere Nederlandse auteurs. Verzorgde gebonden editie; kleine, ruim gezette druk. Op het omslag een foto van de schrijver en zijn vader in 'het winterjaar'.» (NBD |Biblion)