Verontrustende momenten van geheugenverlies brengen Anna Heymes ertoe op aanraden van haar man een bevriende neuroloog te consulteren. Bij vlagen herkent ze haar eigen man niet meer. Daarentegen heeft ze het sterke gevoel de man te kennen die geregeld bij haar winkel verschijnt. Als de neuroloog en haar man aandringen op een hersenonderzoek, schrikt Anna terug en verliest ze het vertrouwen in hen. Tezelfdertijd begint de Parijse inspecteur Paul Nerteaux een onderzoek naar een drietal brute moorden op Turkse vrouwen, wier gezichten ernstig verminkt zijn. Hij roept de hulp in van oudgediende Jean-Louis Schiffer, die de Turkse gemeenschap als zijn broekzak kent.
Schiffer ontdekt dat de Grijze Wolven aan het moorden zijn geslagen, maar onduidelijk is waarom ze het op Turkse vrouwen hebben voorzien. Anna's zoektocht naar haar ware identiteit en de zoektocht naar een moordenaarsbende komen op een overrompelende manier samen.