17 april 1915. Het einde van de heuvel. Duitse ‘Gaspioniere’ hebben duizenden gascilinders in de flanken ingebouwd. Het nieuwe wapen van de Engelsen heet ‘tunneling’: mijnwerkers ondergraven de heuvel en plaatsen explosieven. Het heuveltje wordt nu eens Brits en dan weer Duits. En telkens is het meer verwoest.
Na de oorlog is de heuvel een massagraf vol anonieme soldaten. Niets dan gapende kraters en verwoeste loopgraven. Bajonetten, granaathulzen en prikkeldraad. In deze verwoeste streek moeten Bruno en Ange de verschrikking overwinnen.
Willy Spillebeen toont de waanzin en de wanhoop van de mens op het slagveld van de Eerste Wereldoorlog. Een aangrijpende historische roman die niemand koud laat. Bij Davidsfonds/Literair publiceerde Spillebeen o.a. Busbeke of de thuiskomst en De hunker naar troost .