Tegen het steeds grimmiger decor van een bezet Amsterdam wordt de zestienjarige Elly Blocq verliefd op Wim Vleeschhouwer, de voorzitter van de tafeltennisvereniging. Maar op een koude winteravond in 1943 staan twee NSB'ers voor de deur: Elly moet meekomen. Wim is radeloos en besluit vrijwillig met haar mee te gaan.
De twee komen terecht in Kamp Vught. Omdat Wim Duits spreekt, valt hij in de gratie bij de kampcommandant en weet hij niet alleen zichzelf, maar ook Elly op de lijst te krijgen van het Philips-Kommando - een werkplaats waarmee Philips de Duitsers om de tuin wist te leiden en de Joodse gevangenen bescherming bood tegen deportatie. Maar in de zomer van 1944 valt alsnog het doek voor het Philips-Kommando. Elly wordt op transport gezet naar Auschwitz. En terwijl ze in mensonterende omstandigheden vecht voor haar leven, wordt van hogerhand in Berlijn bedongen dat het Philips-Kommando gespaard wordt in de gaskamers. Na Auschwitz volgen nog zes andere kampen.
Hij noemde me Elly is het wonderbaarlijke verhaal van een vrouw die dankzij het Philips-Kommando en de liefde van haar man acht concentratiekampen overleefde.