Hillbilly Blues is een gedreven en persoonlijke analyse van een cultuur in crisis – die van de blanke Amerikaanse arbeidersklasse. De mensen die Trump aan de macht hielpen. Er wordt veel over de achteruitgang van deze bevolkingsgroep geschreven, maar nog niet eerder zo scherp, en van binnenuit. J. D. Vance vertelt hoe het is om geboren te worden met sociale en regionale ellende als een wurgkoord om je nek. Het verhaal van de familie Vance begint vol hoop, in het Amerika van na de oorlog. Zijn grootouders verhuisden naar Ohio omdat ze wilden ontsnappen aan de verschrikkelijke armoede in hun thuisstreek Kentucky. Ze bouwden een middenklassebestaan op, en hun kleinzoon (de auteur) zou uiteindelijk naar Yale Law School gaan: de American Dream. Maar dit is de oppervlakkige versie van de familiesage.
Gaandeweg toont Vance hoe vreselijk zijn grootouders, zijn oom en tante, zijn zus en bovenal zijn moeder geworsteld hebben met de eisen die dit nieuwe bestaan stelde. Het is hun nooit gelukt de geschiedenis van misbruik, alcoholisme, armoede en trauma – zo typerend voor deze groep Amerikanen – van zich af te schudden. Vance laat pijnlijk duidelijk zien hoe hij zelf de demonen van zijn chaotische familiegeschiedenis nog met zich meedraagt. Dit is een ontroerend verhaal, met humor verteld en vol kleurrijke figuren. Vance maakt het verlies van de Amerikaanse droom bitter voelbaar.