Weinig schrijvers brengen de Afrikaanse realiteit van nu zo dichtbij als Chinua Achebe doet in Hoe meisjes oorlog voeren. We maken in deze verhalen de kleine drama's mee in het leven van gewone mensen van allerlei slag: dorpsvrouwen, onderwijzers, kantoorklerken, ambtenaren, kinderen en gekken. Sympathiserend met al zijn personages, brengt Achebe op subtiele wijze de relatie aan het licht tussen het historische krachtenspel en de alledaagse werkelijkheid, waarin men zich laat leiden door soms hartverwarmend menselijke, soms al te menselijke motieven. Vanwege dit perspectief vormen de verhalen een rijke aanvulling op zijn roman-oeuvre, waarin die historische processen meer centraal staan.