Helena, Eurydike, Odysseus - figuren uit de klassieke mythologie treden vaak op in de poëzie van De Vos, ook in Hoe verschillig. Ze kan eraan laten zien hoe eeuwig de verhalen en de gevoelens zijn die we hebben, ook of juist als bij Odysseus thuis Miles Davis uit de speakers klinkt. Maar er is meer dan figuren en beelden alleen: er is liefde en twijfel, er is rouw en er is het ongrijpbare leven. Dichten is voor De Vos ‘denken met het hart’, zoals ze dat ook in essays als het succesvolle Je keek te ver doet. In rimpeling Pas in een plas weerspiegeld zie je hoe vertakt het simpelste bestaan, hoe elke spriet zijn raadsels heeft als water hem vertoont. Het diep is lang zo nuchter niet als wij het splintert licht en blinkt de lucht als ik met fiets en tas, een hoofd vol wind en wat nog moet, vergeet de hemel in zijn oppervlak te zien. In kalmte glanst het helderst riet en denkt ons, kent ons niet.