Gelukkig zijn veel van Lucianus' werken bewaard gebleven. Ze zijn, ook voor moderne begrippen, geestig en scherp. Lucianus behandelt alle thema's uit de rijke satirische traditie van Griekenland en Rome. Met name de notie dat mensen niet tegen weelde en macht bestand zijn wordt door hem uitgewerkt. Filosofen zijn charlatans, omdat zij wat zij onderwijzen zelf niet in de praktijk brengen; geschiedschrijvers van zijn tijd zijn onbenullige nietsnutten die maar wat aankletsen. Lucianus geeft zijn boekje het karakter mee van ‘wat aanwijzingen’, en brandt daarna uitvoerig los over de geschiedschrijvers van zijn eigen tijd, die er flink van langs krijgen.
Het grote belang van het werkje ligt in Lucianus' humoristische en welsprekende beschrijving van wat een goede historicus in zijn mars moet hebben. Zijn opvattingen hebben hun waarde tot in onze tijd behouden, en het boekje bevat óók voor hedendaagse historici behartigenswaardige suggesties.
Gé de Vries is historicus. Eerder vertaalde hij werk van Philo en de boeken 44-50 (Samenzwering en verraad), 51-56 (Augustus) en 57-63 (Vier keizers) van Cassius Dio's grote Geschiedenis van Rome.
Over Augustus: 'Een moedig en onbekommerd vertaler [...], wiens Nederlands knisperend fris is.' de Volkskrant
Over Samenzwering en Verraad: '[...] het is een bijzonder geschenk van de vertaler aan de Nederlandse lezer dat hij zo'n afgewogen, stilistisch verrukkelijke vertaling voorlegt.' Trouw