Johan van Dijk trad in 1927 als frater Willibrord in bij de trappisten in Tilburg en bleef er heel zijn leven. Gedurende 21 jaar was hij de abt. Hij had banden met bisschoppen en ministers en stichtte kloosters in Indonesië en Kenia. Aanvankelijk een stipte volger van de strenge kloosterregels ontpopte hij zich vanaf de jaren vijftig als een voorvechter van vernieuwing. Zo liet hij al in 1951 binnen de abdij een lezing geven over seksuele problemen van monniken. In zijn streven naar veranderingen kwam hij regelmatig in aanvaring met de leiding van de orde in Rome. De charismatische Willibrord was na zijn periode als abt een veelgevraagd spreker tijdens retraites. Hij verbond de inspiratie van oude kerkvaders met inzichten uit de psychologie. Verschillende malen heeft hij zelf persoonlijke inzinkingen meegemaakt.
Het bewogen leven van Dom Willibrord van Dijk (1903-1989) wordt beschreven tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in het kloosterleven in de twintigste eeuw: van enorme groei en behoudzucht ten tijde van het 'Rijke Roomse Leven' naar het zoeken van vernieuwing in de jaren zestig. Van besloten gemeenschap naar voorzichtige contacten met de omgeving. Van zwijgzaamheid naar roerige discussies en leegloop. Van een herijking van het kloosterleven naar een nieuw begin als plaats van stilte voor wie rust en bezinning zoekt.
Arnold van Dijk (1952) is psycholoog. Tot voor enkele jaren was hij werkzaam als leidinggevende en beleidsmedewerker in de geestelijke gezondheidszorg. Eerder schreef hij boeken over stotteren en over nabestaanden van suïcide. Voor dit boek kreeg hij toegang tot het archief van de abdij Koningshoeven in Tilburg.