De jaren dertig van de vorige eeuw. James Welmoed ontmoet Elizabeth van Elzenburg. Hij is een sociaal ambitieuze ambtenaar, geslepen, schijnbaar stoïcijns. Zij is een schrijver in de dop, uitbundig, avontuurlijk, onverslaanbaar bijdehand. Niets hebben ze met elkaar gemeen – behalve dan dat ze niet kunnen ophouden aan elkaar te denken.
Wat volgt is een affaire die door de decennia brandt en zich in geheime kamers afspeelt, terwijl buiten de wereld halsoverkop verandert. Van het koloniale Bandoeng naar Londen tijdens de Blitz, en van het naoorlogse Den Haag tot het revolutionaire Caïro: de twee geliefden ervaren verleiding en afscheid, schaamte, succes, ijdelheid, liefde en verraad – en toch weer liefde.