Naast zijn (cultuur)historische werken en zijn biografieën heeft Huizinga zich vooral tegen het eind van zijn leven aan algemeen culturele beschouwingen gezet. Als een van de hoogtepunten van die cultuurwetenschappelijke arbeid geldt de uit 1938 stammende studie Homo ludens. Daarbij ging het hem niet om de betekenis van het spel als cultuurverschij