Samen met Peter, Umberto’s jonge assistent aan de universiteit van Turijn, en berggids Gio, beginnen de mannen aan de expeditie. Tijdens de beklimming blijkt de aanvankelijke zoektocht – die bij aanvang wetenschappelijk was – na verloop van tijd breder te zijn dan dat. Want de terugkeer naar de natuur, de ervaring van kou, inspanning en eenzaamheid, is ook een kans om in de oorsprong van de mensheid te duiken; die van de waanzin en de kindertijd.