Zo doorzichtig als zijn compromisloze dagindeling is, zo rijk en vreemd is zijn lot tijdens de junimaand waarin deze roman zich afspeelt: als hij door zijn vijftien jaar jongere vrouw het huis wordt uitgezet, breken er dagen aan waarop hij zo'n zinderende hoeveelheid werk verzet dat de temperatuur in zijn hoofd te hoog oploopt en hij geen andere mogelijkheid tot afkoeling ziet dan zijn heil te zoeken in losse lusten, in ontmoetingen met vrouwen die hij slechts voor een paar uur van zeer nabij meegemaakt. Elf dagen duurt zijn verbanning uit de echtelijke woning. Als hij ten slotte bij zijn vrouw is teruggekeerd, wacht hem een combinatie van gebeurtenissen die langzaam maar zeker zijn gedrevenheid uitput.