De omstandigheden aan het begin van de onderneming zijn niet gunstig. Armoede en criminaliteit in de katholieke provinciestad, de klassenjustitie die in het interbellum gemeengoed is en het opkomend antisemitisme vormen een giftig mengsel. Maar Motke zet door, geen prijs lijkt te hoog. Als na de Tweede Wereldoorlog de balans wordt opgemaakt, blijkt dat niemand ongeschonden uit de strijd is gekomen.