Dan vindt hij een onverwachte bondgenoot in Keiko, een nieuwe leerlinge die ook gepest wordt om haar afkomst. Keiko en Henry worden vrienden, en langzaam bloeit er meer tussen hen op. Maar Keiko is van Japanse komaf, en als de Amerikaanse overheid besluit dat alle burgers van Japanse komaf naar interneringskampen moeten, worden de twee van elkaar gescheiden.
Ruim veertig jaar later ziet Henry op het nieuws dat in het Panama Hotel, waar vroeger de Japanse wijk begon, een ontdekking is gedaan. In de kelder zijn spullen gevonden van Japanse families die ze daar hadden opgeslagen voor zij weggevoerd werden. Onder de voorwerpen bevindt zich een bamboeparasol, beschilderd met oranje vissen. Met een schok realiseert Henry zich dat die van Keiko was. Herinneringen aan hun tijd samen komen boven, en Henry begint te hopen dat het verleden misschien nog een tweede kans biedt...